In SMART-nieuwe stijl wordt de blootstelling door de saneerder bepaald met behulp van een rekenmodel. Dit is een wetenschappelijk model genaamd AREAT, ontwikkeld door TNO. Door te ‘spelen’ met de invoervariabelen in dit rekenmodel kan de laagste blootstelling bepaald worden die in theorie passend is op de werkelijke situatie.

AREAT bepaalt de blootstelling onder andere op basis van P.A.S. metingen. Dit zijn metingen in de directe ademzone van de blootgestelde personen. Over deze zogenaamde P.A.S. metingen heeft de branche al enige tijd en herhaaldelijk vragen gesteld aan het ministerie van SZW. Het uitblijven van een reactie vanuit het ministerie en het verder uitrollen van SMART-nieuwe stijl baart de gezamenlijke brancheverenigingen ernstige zorgen. Hier volgt de uitleg waarom:

P.A.S. metingen in ademzone

Onze belangrijkste zorg over SMART nieuwe stijl betreft de toepassing van P.A.S. metingen. De branche is bang dat deze P.A.S. metingen leiden  tot een structurele onderschatting van de concentratie asbestvezels. Onze hypothese is dat saneerders door het gebruik van de P.A.S. metingen ten onrechte zonder masker gaan werken, terwijl dit door SMART-nieuwe stijl wel geïndiceerd wordt.

Experimenten en proeven die wij gedaan hebben (zie ook video + toelichting onderaan dit artikel) zetten grote vraagtekens bij de betrouwbaarheid van de blootstellingsmetingen in de ademzone.

Door asbestverwijderingsactiviteiten van de saneerder, wordt de hoogste concentratie asbestvezels verondersteld in de ademzone. Het lijkt daarom logisch om bij het verwijderen van asbest uit te gaan van blootstellingsmetingen in de ademzone, omdat dit de locatie is waar de hoogste concentratie asbestvezels verwacht worden, namelijk bij de bron. Echter, is dat lang niet altijd het geval. Er zijn tal van voorbeelden dat omgevingsmetingen hogere vezelconcentraties laten zien dan de P.A.S. metingen.

Blootstellingsmetingen ernstig vertekent

Bij P.A.S. blootstellingsmetingen maakt de saneerder gebruik van adembescherming, gewoonlijk adembescherming met een aanblaasunit. Onze verklaring voor de onjuiste metingen: De geforceerde uitgeblazen lucht verlaat het masker in de kijkrichting, waardoor een luchtstroom gecreëerd wordt in de ademzone Deze luchtstroom is veelal gericht op de plek waar de emissie van asbestvezels ontstaat (bron) door activiteiten van de saneerder. Het gevolg hiervan is dat de emissie van de saneerder wordt weggeblazen, en een betrouwbare blootstellingsmeting in de ademzone ernstig vertekent. Dit is de meest logische verklaring waarom P.A.S. blootstellingsmetingen in de asbestverwijdering met regelmaat lager zijn dan omgevingsmetingen. Wij verwijzen u voor meer informatie graag naar de video + toelichting onderaan dit artikel.

Risico’s zonder masker werken niet duidelijk!

Als onze hypothese klopt, betekent dit dat gegevens van P.A.S. metingen verkregen bij werknemers die gebruik maken van aangeblazen adembescherming- niet geschikt zijn om uitspraken te doen voor werknemers zonder adembescherming. Het masker afzetten op basis van deze data vormt daarmee een groot gevaar voor de gezondheid van onze saneerders.
Dit is de reden waarom de branche vraagtekens zet bij SMART-nieuwe stijl!
Wij openen hierbij graag deze dialoog!

Video: Proef ‘Luchtstroom uit Masker’ (bij PAS-metingen)

Bekijk de video, hieronder volgt de toelichting.

In deze video is met behulp van rook de uitstoot van lucht uit het masker van een asbestsaneerder visueel gesimuleerd. Ter verduidelijking is parallel aan de luchtstroom een jalon (landmeetstok) geplaatst met rode en witte segmenten van 50 cm elk. Hiermee wordt zichtbaar gemaakt dat:

  1. de luchtstroom verder reikt dan de armen lang zijn
  2. de luchtstroom gericht is op de handen waar handelingen verricht worden die asbest emissie veroorzaken.

Het effect is dat de luchtstroom de vezels wegblaast van de werknemer.

Wij zijn van mening dat dit verklaart waarom bij asbestblootstellings-metingen vaker wordt vastgesteld dat PAS-metingen lagere blootstellingen opleveren dan omgevingsmetingen. Dit is niet logisch.

Dat roept de vraag op of metingen in de ademzone gemeten aan maskerdragers wel geschikt zijn om conclusies te trekken voor blootstellingen aan niet maskerdragers?

 

Wilt u reageren? Stuur uw bericht naar secretariaat@vvtb.nl